Musis-Sacrum  
  • Datum
    Dinsdag 26/11/2013
  • Tijd
    21:00
  • Locatie
    Musis Sacrum Jubileumzaal
  • Adres
    Velperbuitensingel 25, Arnhem
  • Prijs
    Euro 10,- / 5,-*
  • Reserveren
    via kassa Musis
  • Categories
  • *arnhem card / 65+ / studenten

Pianist Sebastiaan  Oosthout speelt composities van Satie, Cage, Feldman en Wittenburg

De avond begint met een programma vol muziek van componisten die elkaar inspireerden, van Satie via Cage, Feldman tot Wittenburg, met een intermezzo van Arvo Pärt, gespeeld door pianist Sebastiaan Oosthout.

Programma:Sebastiaan Oosthout Danses de Travers – Erik Satie In a Landscape – John Cage Last pieces – Morton Feldman Quotes – Florian Wittenburg Intermezzo: Für Alina – Arvo Pärt

Meer informatie over dit programma.

Ayesha

De liedjes van AYESHA verhalen door zeggingskracht. Vertolkt door een pure en warme stem. Benadrukt door sublieme piano dichtkunst. Een stevige omhelzing door swingende contrabas. Drums met streken als door een penseel. Samen met een hoeveelheid aan jazz- soul- en popinvloeden zorgen voor een kietelend klankbeeld. Liedjes die gloeien op kille winteravonden en waaien als een verkoelend briesje in hoogzomer…

Ayesha: Ayesha de Groot – Vocal; Christoph Mac Carty – Piano; Jan Flubacher – Bas; Yonga Sun – Drums

Achtergrondinformatie bij de pianostukken die Sebastiaan Oosthout speelt:

Het programma begint met de “Danses de Travers” van Erik Satie, die deel uitmaken van de “Pieces Froides” (ingevroren stukken), die hij in 1897 completeerde. “Danses de Travers” kun je vertalen als “hoekige/gerkruisde dansen”, waarmee Satie misschien de niet voor hand liggende modulaties bedoelde. De eenvoud en charme van deze stukken doen denken aan Saties vroeg piano-oeuvre, vooral aan de Gnossienes en de Gymnopedies van de late 1880ers: het heeft met deze stukken gemeenschappelijk, de neiging om een muzikaal idee uit verschillende perspectieven te presenteren. De “Pieces Froides”, met zijn 2×3 constructie, reflecteren ook Saties interesse in het getal “3”, evident in veel van zijn stukken uit die tijd.

De tweede set (“Danses de Travers”) vormt een sterk contrast vergeleken met het voorafgaande set. Ze zijn formeel gezien losser en focussen zich op een enkel idee, die aan het begin van ieder deel geïntroduceerd word. Elk deel van dit stuk begint basaal gezien op dezelfde manier, maar toch met het hoofd-idee – een nauwe melodische lijn ingebed in een gearppeggieerde begeleiding – iedere keer iets verandert. De “Danses de travers” verschillen ook met het eerste set (“Air a faire fuir”) wat de harmonische beweging aangaat – er gebeurt veel meer, zoals in het begin al gezegd moduleert het op verrassende manier.

Het programma gaat verder met een stuk van John Cage, “In a landscape”. Satie was een grote inspiratiebron voor Cage – hij heeft hem zelfs een Lecture aan hem toegewijd (“Defense of Satie”) en die esthetische invloed is in dit stuk ook terug te horen. “In a landscape” werd geschreven voor de danser Louise Lippold in 1948. De struktuur van het stuk volgt de ritmische danspatronen van de choreografie. Het is een modale compositie, de patronen alterneren tussen een modus in B en een modus in G. Met de soft- en sustain-pedaal ingedrukt creëert Cage muziek die de tijd schijnt op te lossen (weer een aanrakingspunt met Satie). De partituur duid aan dat het stuk oorspronkelijk voor harp of piano gecomponeerd werd, maar er bestaan ook inmiddels arrangementen voor Marimba.

Het volgende gedeelte van het programma bestaat uit muziek van de Cage-compagnion en geestverwandt Morton Feldman, “Last pieces”. Het stuk is een set van vier composities voor piano, geschreven in 1959. Het eerste en derde deelstuk word langzaam en zacht gespeeld, het tweede en vierde, snel en zacht. (deze twee laatste deelstukken maken deel uit van de weinige keren dat Feldmans muziek snel gespeeld word). In alle vier stukken zijn de notenduren vrij, ze worden overgelaten aan de interpretatie van de performer. In de langzame deelstukken word iedere klank (Feldman praatte zelf vaak over klanken die die op de piano componeert, niet van akkoorden) langzaam en zacht gespeeld, schijnbaar geïsoleerd van elkaar. Naarmate het stuk verder gaat ontstaan er toch relaties en zelfs hierarchieen. Uiteindelijk worden betekenisvolle horizontale relaties gedefinieerd, de klanken worden gelinkt in de tijd. Van blijkbaar geisoleerde, random events, ontstaat gradueel een netwerk van interconnecties. Het stuk speelt bewust met samenhang en fragmentatie. Het programma sluit met de piano-cyclus “Quotes” van de jonge Duitse, in Nederland levende componist Florian Wittenburg. Voor hem zijn alle voorafgaande componisten grote inspiratiebronnen, vooral wat de mate van reductie en ruimte aangaat die ze in hun composities toepassen of laten. Zoals de naam al aanduid (‘Quotes’) is de muziek gebaseerd op taalsamples. Het hoofd- idee daarbij was dat vrienden en kennissen hem hun favoriete citaat, zelf ingesproken, sturen. Die citaten vormden dan de basis voor piano-miniaturen. In de meeste deelstukken (de cyclus kent 6 deelstukken) werd de transcriptie van de gesproken taal ritmisch gereduceerd, dit is o.a. een verschil met de taalmuziek van Steve Reich, voordat het melodisch en harmonisch verder uitgewerkt werd. Een uitzondering vormen het eerste en het laatste deelstuk, waar de taalfrase door intervallische augmentatie verder ontwikkelt word. Dit symmetrisch proces word onderbroken door een Feldmanesque akkoord, dat door een speciaal voicing-techniek minimalistisch verder ontwikkelt word. Het laatste deelstuk is ook op een precieze transcriptie van de taalsample gebaseerd, deze keer een Nederlands citaat uit een boek van de Duiste filosoof Rüdiger Safranski. Uiteindelijk is het tweestemmig contrapunt geworden en qua struktuur lijkt het op ‘Clapping music’ van Steve Reich, een permuterende canon dus. De stukken daartussen zijn gebaseerd op ritmische reducties van de taalfrases, die vaak modaal geharmoniseerd zijn. In die zin is er een sterk verband met de muziek van vooral Satie en Pärt. Als intermezzo tussen deze hoofdwerken functioneert “Für Alina” van Arvo Pärt, telkens licht gevarieerd.